Actualiteiten

Wet Bestuur en Toezicht per 1 januari 2013 in werking

De per 1 januari 2013 in werking getreden Wet Bestuur en Toezicht introduceert een aantal nieuwe bepalingen inzake (de samenstelling van) het bestuur en de raad van commissarissen van NV’s en BV’s respectievelijk het bestuur en de raad van toezicht van stichtingen. Hierna worden de belangrijkste genoemd.

One-tier board
Als alternatief voor het traditionele bestuursmodel met een raad van bestruur onder toezicht van een afzonderlijke raad van commissarissen introduceert deze nieuwe wet voor de NV en BV een wettelijke regeling voor een bestuur dat bestaat uit uitvoerend en niet uitvoerend bestuurders (de one-tier board). De niet uitvoerend bestuurders zijn belast met het toezicht op de taakuitoefening door de bestuurders.

Tegenstrijdig belang
Op grond van de nieuwe wet is sprake van een tegenstrijdig belang indien een direct of indirect persoonlijk belang van een bestuurder of commissaris strijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Voor een tegenstrijdig belang is niet vereist, dat zeker is dat de betrokken rechtshandeling daadwerkelijk tot benadeling van de vennootschap zal leiden, doch voldoende is dat de betrokken bestuurder te maken heeft met zodanig onverenigbare belangen, dat in redelijkheid kan worden betwijfeld of hij zich bij zijn handelen uitsluitend heeft laten leiden door het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming. Daarbij dienen alle relevante omstandigheden van het concrete geval in aanmerking te worden genomen.

Limitering aantal toezichthoudende funkties
De nieuwe wet beperkt het aantal toezichthoudende functies van bestuurders, commissarissen en toezichthouders van NV’s, BV’s of stichtingen die kwalificeren als “grote rechtspersoon” en die voldoen aan de “ingroeiregeling”.

Een NV, BV of stichting geldt als “grote rechtspersoon” indien wordt voldaan aan twee van de volgende drie vereisten:

– de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag van verkrijgings-of vervaardigingsprijs, meer dan € 17.500.000.

– de netto omzet voor het boekjaar bedraagt tenminste € 35.000.000.

– het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt meer dan 250.

De “ingroeiregeling” houdt in dat de beperkingen van het aantal toezichthoudende funkties pas van toepassing worden als een NV, BV of stichting gedurende twee opvolgende balansdata als “grote rechtspersoon“ kwalificeert. Bij genoemde “grote rechtspersonen” moet bij de benoeming van een bestuurder, commissaris of toezichthouder, rekening worden gehouden met de volgende beperkingen:

– een persoon mag slechts tot (uitvoerend) bestuurder worden benoemd als hij niet meer dan twee toezichthoudende functies vervult bij andere grote rechtspersonen en hij niet de functie vervult van voorzitter van de raad van commissarissen of een one tier board van een grote rechtspersoon.

– een persoon mag slechts tot commissaris, niet-uitvoerend bestuurder of lid van een toezichthoudend orgaan worden benoemd als hij niet meer dan vier toezichthoudende functies vervult bij andere grote rechtspersonen, waarbij het voorzitterschap van een raad van commissarissen of one –tier board dubbel telt.

Rechtspositie bestuurder
De rechtsverhouding tussen een bestuurder en beursvennootschap kwalificeert niet langer als een arbeidsovereenkomst. De bestuurder zal voortaan werkzaam zijn op basis van een overeenkomst van opdracht. De nieuwe regeling zal niet van toepassing zijn op arbeidsovereenkomsten die zij aangegaan voorr 1 januari 2013.

Evenwichtige participatie van mannen en vrouwen
In de Wet Bestuur en Toezicht zijn bepalingen opgenomen die een evenwichtige participatie beogen van mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van NV’s en BV’s die kwalificeren als grote rechtspersoon. Deze vennootschappen dienen te bevorderen dat ten minste 30% van de zetels in het bestuur en 30% van de zetels in de raad van commisarissen wordt bezet door mannen en ten minste 30% door vrouwen, voor zover deze zetels worden verdeeld over natuurlijke personen.

Succesfactoren bij het benoemingsproces van commissarissen.

Op 19 november 2012 organiseert het Nationaal Register voor Commissarissen en Toezichthouders een symposium inzake de succesfactoren bij het benoemingsproces van commissarissen en toezichthouders onder het motto “bezint eer gij begint”.

Wet op de Ondernemingsraden gewijzigd.

In verband met implementatie van de Richtlijn 2008/104/EG betreffende uitzendarbeid is aan artikel 31b van de WOR een extra lid toegevoegd inzake informatie over uitzendkrachten.

Het nieuwe lid van artikel 31b WOR luidt :
“De ondernemer verstrekt,mede ten behoeve van de bespreking van de algemene gang van zaken van de onderneming, tevens ten minste eenmaal per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijk algemene gegevens inzake de op grond van een uitzendovereenkomst in de onderneming werkzame personen en doet daarbij tevens mondeling of schriftelijk mededeling ten aanzien van de te verwachten ontwikkelingen wat betreft het aantal op basis van een uitzendovereenkomst werkzame personen in het komende
jaar.”

Publicatie “Invloed op toezicht en de voordrachtscommissaris” verschenen

Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Nationaal Register voor Commissarissen en Toezichthouders is is op 7 november 2011 een symposium georganiseerd, waarbij de publicatie “Invloed op toezicht” is aangeboden aan Dr. Alexander Rinnooy Kan, Voorzitter Sociaal Economische Raad. Deze publicatie, waarvan Mr. J.A. van Gijzen een van de auteurs is, kan via deze website besteld worden (zie Contact). Een belangrijk thema in deze publicatie vormt de rol van de Ondernemingsraad (OR) ten opzichte van het toezicht op de onderneming en meer in het bijzonder de relatie met de voordrachtscommissaris.

In feite zijn er overeenkomsten tussen een OR en een Raad van Commissarissen( RvC) nu beiden een wettelijke taak hebben op het vlak van advies en toezicht uit te oefenen in het belang van de onderneming in al haar doestellingen. Deze duo taak is nog meer van belang bij stichtingen waar een algemene vergadering van aanddelhouders ontbreekt. Opvallend is dan dat de OR nagenoeg geheel ontbreekt in de opeenvolgende Corporate Governance Codes, waar art. 8 boek 2 BW gedragsregels geeft voor organen van de vennootschap waartoe, naar thans algemeen wordt aangenomen ook de OR behoort.

Wat zou er dan in de Codes kunnen worden aangepast? Te denken valt aan:

  • Het samenspel tussen de driehoek Bestuur,RVC en OR.
  • Overleg met de OR bij afwijking van aanbevelingen.
  • Voorbereiding samenstelling profielen commissarissen met OR.
  • Inbreng OR bij evaluatie functioneren commissarissen.

In de Wet op de Ondernemingsraden zelf zou het toezichtsartikel 28 aangevuld kunnen worden met het monitoren van een juiste toepassing van de Codes.

Bestuur en commissarissen Landis verantwoordelijk voor wanbeleid

Op 15 november 2011 heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam tot wanbeleid geoordeld in de acht jaar lopende Landis zaak. Ook de commissarissen worden verantwoordelijk gehouden voor het wanbeleid omdat zij onvoldoende kritisch toezicht hebben uitgeoefend, niet tijdig hebben onderkend dat zij op bepaalde terreinen onvoldoende deskundig waren en niets hebben gedaan om in die lacune te voorzien. Het arrest is de opmaat voor aansprakelijkheidsprocedures tegen bestuurders en commissarissen.

Copyright 2010 Mr.J.A.van Gijzen Consultancy B.V. - Disclaimer